Anesthesie
Uw dier onder narcose
Kwaliteit en veiligheid zijn twee belangrijke voorwaarden, zeker op het gebied van anesthesie. Of het nu gaat om narcose bij uw hond of kat, ieder dier is uniek en daarom passen wij de narcose exact aan uw dier aan.
De voorbereiding
De dierenarts luistert standaard naar het hart en de longen van uw dier. Tevens zal de dierenarts, afhankelijk van het vooronderzoek en de ziektegeschiedenis van uw dier, al dan niet adviseren een bloedonderzoek te laten uitvoeren. Dit bloedonderzoek is belangrijk om te controleren of de algehele gezondheidstoestand van het dier goed genoeg is om onder narcose te worden gebracht. En zo ja, dan is het vervolgens belangrijk te beoordelen welke middelen het meest veilig gebruikt kunnen worden voor uw huisdier.
Uw hond onder narcose
Uw hond krijgt vlak voor de operatie een infuus waardoor we het narcosemiddel toedienen. Eénmaal onder narcose, intuberen we de hond. Dat wil zeggen dat we via de bek en keel een buisje in de luchtpijp aanbrengen. Door dit buisje krijgt uw hond tijdens de operatie zuurstof en gasnarcose.
Uw kat onder narcose
Bij standaardoperaties krijgt uw kat vlak voor de operatie één narcosemiddel via een injectie in de spier en daarna een kapje met zuurstof. Bij uitgebreidere operaties of bij risicopatiënten, krijgen ze een infuus waardoor we het narcosemiddel toedienen. Eénmaal onder narcose wordt uw kat geïntubeerd. Dat wil zeggen dat we via de bek en keel een buisje in de luchtpijp aanbrengen. Door dit buisje krijgt uw kat tijdens de operatie zuurstof en gasnarcose.
Onze kwaliteit bij narcose
Wij kunnen die extra bewaking en zorg bieden die het verschil maakt wanneer uw huisdier onder narcose gaat.
We beschikken over apparatuur waarop we exact kunnen zien hoeveel zuurstof en gasnarcose uw dier krijgt. Door deze bewaking goed op elkaar af te stemmen kunnen we de veiligheid van de narcose bepalen. Wanneer beademing nodig wordt geacht, kunnen we dit op uw dier afstemmen.